Mama op Facebook

Pleegzorg digitaal contact

Sarah is 12 jaar en gaat voor het eerst in een pleeggezin wonen. Ze heeft een eigen mobiele telefoon. Contact met haar moeder is nu niet wenselijk: Sarah heeft rust nodig. Maar Sarahs moeder appt regelmatig. Dat ze haar zo mist, hoe het nu is in het pleeggezin. Sarah reageert niet. Maar ze ziet op Facebook wel een foto van haar moeder op een festival. Met een biertje in haar hand en een grote lach.

Contact van pleegkinderen met eigen ouders is vaak op onnatuurlijke wijze afgebakend, bijvoorbeeld door bezoekregelingen of belafspraken. Die afbakening is er niet voor niets: het kind heeft rust, tijd en ruimte nodig, om te aarden in het pleeggezin, of omdat de veiligheid van het pleegkind of het pleeggezin op het spel staat.

Door de komst van smartphones en social media is contact tussen pleegkinderen en ouders echter niet altijd makkelijk te reguleren. Geheime plaatsingen zijn door social media steeds moeilijker geheim te houden. Veel kinderen hebben vanaf een jaar of tien al een eigen mobiele telefoon. En ja, vroeger belde een pleegkind ook wel eens via een collect call in een telefooncel naar zijn of haar ouders. Of stonden ouders ineens bij school op de stoep. Maar nu is het een kwestie van een appje, een berichtje via Facebook. Of snel even facetimen. Hoe ga je als pleegouder om met digitale communicatiemiddelen in het contact tussen pleegkinderen en ouders?

Pleegzorgwerker Levi Tielkes geeft aan dat het soms lastig is om het adres van pleegouders geheim te houden. ‘Ik heb wel eens meegemaakt dat een moeder zei: ik weet al dat mijn kind op IJburg zit hoor, dus ik kan er eigenlijk gewoon naartoe. Terwijl dat niet de bedoeling was. Zonder die smartphone had ze het niet geweten. Uiteindelijk ging ze niet naar haar kind toe. Waarschijnlijk stelde het haar al gerust dat ze het wist en was dat voldoende.’

Ruis
Maar het lukt niet iedere ouder om zelf die afstand te bewaren. Zo begeleidt pleegzorgwerker Iris Waldram een meisje van veertien, waarvan de vader haar iedere dag via telefoon en WhatsApp probeert te bereiken. ‘Het meisje geeft bij ons aan: dat wil ik niet. Wij zeggen dan: blokkeer het nummer, neem niet op. Als je iets tegen je vader wilt zeggen, dan kan dat via ons. Jeugdbescherming gaat vervolgens met haar vader in gesprek.’

Door onderling WhatsApp-contact kan veel ruis kan ontstaan. Levi: ‘Laatst had een moeder de uitslag van een zitting over het perspectief van een plaatsing al via WhatsApp gedeeld met haar dochter, terwijl wij dat wilden vertellen op een goed moment en met de juiste achtergrondinformatie. Vanuit een ouder krijgt die mededeling toch een andere lading.’

Daarom nemen Levi en Iris het social media gebruik vanaf het begin van een plaatsing mee in hun analyse en advies. Wat is schadelijk, wat is wenselijk, wat is de winst? Iris: ‘Je weegt dit continu af. Als in een bezoekregeling bijvoorbeeld al blijkt dat het contact lastig is of dat ouders zich niet aan de afspraken houden en het belastend is voor een kind, dan proberen we het contact via social media aan banden te leggen.’

Wel of geen mobiel?
In sommige situaties adviseren beide pleegzorgwerkers dat er geen mobiele telefoon mee mag naar het pleeggezin. Iris: ‘Soms is dat lastig. Bijvoorbeeld bij een jongen van tien jaar die uit huis geplaatst wordt. Dan zit je op zo’n cruciale leeftijd: wel of geen mobiel? Af en toe zeggen we toch ‘nee, we doen het niet’. De telefoon inclusief alle contacten blijft achter bij de ouders.’ Maar daarmee ontneem je een kind ook contact met vriendjes of vriendinnetjes? Iris: ‘Toch gaat veiligheid en gezond contact met ouders boven contact met vriendjes of andere familieleden.’

Vaak loont het om duidelijke afspraken te maken. Iris: ‘We zeggen dan: je krijgt je mobiel, maar je mag alleen tussen half zeven en half acht tien minuten appen met je moeder en je pleegouders kijken mee. En we maken ook afspraken over facetimen. Bijvoorbeeld alleen in de slaapkamer, zodat niet het hele huis van het pleeggezin wordt gefilmd.’

Nieuwsgierig naar ouders
Tegelijkertijd kan het gebruik van social media ook mooie situaties opleveren, getuige een ervaring die Levi had met een achtjarig meisje dat bij haar opa en oma woonde. ‘Voorheen was er een conflict tussen oma en haar moeder. Een traumatische gebeurtenis voor dit meisje, ze heeft er zelfs therapie voor gekregen. Het advies was: even geen contact met haar moeder. Het meisje bleek op een dag stiekem via de mobiel van haar oma toch contact te hebben gezocht met haar moeder. Voor ons was dit een signaal dat ze wilde weten hoe het met haar moeder ging. Vanaf toen hebben we gekeken hoe we hun contact konden vormgeven.’

Ook Iris geeft aan dat de behoefte aan contact niet altijd alleen maar vanuit de ouders komt. ‘Kinderen zijn net zo nieuwsgierig naar hun ouders. Wat doen ze? Hoe gaat het met ze? Vandaaruit komt ook de drang om op social media hun ouders op te zoeken.’

Hierover krijgen Levi en Iris veel vragen van pleegouders. Levi: ‘Pleegouders vragen: moeten we wachten tot een kind zelf ergens achter komt? Of moeten we zeggen: kijk, dit is de Facebookpagina van je moeder? Een kind kan een feestende ouder tegenkomen en zich afvragen: waarom zit ik dan hier? Soms is het goed om het voor te zijn. Bekijk dan zelf vooraf de pagina en bedenk wat je aan het kind wil laten zien.’

Iris: ‘Je maakt het kind sterker door uit te leggen wat hij kan verwachten Dan kun je ook de minder leuke dingen die het kind tegen kan komen bespreken. Je zegt bijvoorbeeld: jij hebt Facebook en je mama heeft misschien ook een Facebookpagina. Je kunt zelf beslissen of je die wil bekijken. We kunnen dat ook samen doen.’

Dit artikel verscheen in Binding 2-2017, blad voor pleegouders van Spirit Jeugd en Opvoedhulp.