Praten over seks is voor veel ouders lastig. Maar hoe pak je dat aan met je pleegkind? En wat doe je als je pleegkind seksueel grensoverschrijdend gedrag vertoont? Of als het ineens iets loslaat over mogelijk misbruik? Dit artikel is gepubliceerd in de Binding september 2015, blad voor pleegouders.
Als pleegouder is de kans groot dat je op een dag met – soms ingewikkelde – vraagstukken rondom seksualiteit te maken krijgt. Uit Nederlands onderzoek in 2012 bij pleegkinderen tussen 6 en 12 jaar werd namelijk bij de helft van de meisjes en bij 27,8% van de jongens (een vermoeden van) seksueel misbruik gerapporteerd. Andere onderzoeken bevestigen deze cijfers.
In de training Seksualiteit leren pleegouders makkelijker praten over seks, grensoverschrijdend gedrag en misbruik te signaleren en pleegkinderen te ondersteunen, zodat ze een gezonde seksuele ontwikkeling doormaken. En minstens zo belangrijk: ze leren tot waar hun verantwoordelijkheid reikt en wanneer ze professionele hulp moeten inschakelen.
Kwetsbaar
Pleegkinderen zijn extra kwetsbaar voor seksueel misbruik. Pleegzorgtrainer Astrid Sjawalludin: ‘Ze komen meestal uit een gezin waar ze weinig voorlichting hebben gehad of een verkeerd beeld van seksualiteit hebben meegekregen. Soms hebben ze zelf negatieve ervaringen opgedaan. Het gevolg is dat zij hun eigen grenzen niet goed kunnen aangeven.’ Bij misbruikte kinderen blijkt de kans op herhaling groot, ook in een andere context. Bijvoorbeeld omdat ze hebben ‘geleerd’ dat misbruik ‘erbij hoort’, en dat het de enige manier is om affectie te ontvangen. Of omdat ze zich door eerder misbruik minderwaardig, slecht en vies voelen en in hun ogen niet beter verdienen. Om herhaling te voorkomen, is het belangrijk dat kinderen leren wat normaal en abnormaal is en hoe ze hun grenzen kunnen aangeven.
‘Dingen die ze niet wilde’
Zo kwam de zesjarige Joanna uit een gezin waar seks een prominente rol speelde. Op haar derde werd ze bij pleegmoeder Edith geplaatst. Edith: ‘Er waren signalen dat bij Joanna thuis vaak seks op tv opstond en dat de kinderen de ouders geslachtsgemeenschap zagen hebben.’ Na een paar weken merkte Edith dat er zich meer afgespeeld moest hebben. Joanna wilde bijvoorbeeld nooit douchen, en bij het afdrogen tussen haar benen schreeuwde ze het uit. Op een dag vertelde Joanna dat haar vader ‘dingen bij haar deed die ze niet wilde’. Edith: ‘Hoewel ik heel erg schrok, lukte het me om rustig te blijven en haar een paar vragen te stellen. Ik heb toen zo snel mogelijk contact opgenomen met mijn pleegzorgwerker.’ Een paar weken later schoof Edith aan bij de training Seksualiteit.
Daar leerde ze hoe te reageren als Joanna het misbruik ter sprake bracht. Edith: ‘Ze is iemand die af en toe ineens wat loslaat en dan weer overgaat tot de orde van de dag.’ Edith leerde open vragen stellen: ‘Wie deed dat bij je?’ in plaats van ‘Was het je vader?’ en vooral niet te oordelen, om zo Joanna een veilig gevoel te geven.
‘Reageer neutraal, ook al schrik je van wat je hoort’
Astrid: ‘Het moeilijkste is om op zo’n moment niet emotioneel te reageren. Luister naar het kind en zet je oordelen opzij. Reageer neutraal, ook al schrik je van wat je hoort. Ga niet pushen, stel open vragen. Werkt dat niet, laat het dan los en praat op een ander moment verder. Zo heb je de minste kans dat het kind dichtklapt. Loyaliteit blijft spelen bij deze kinderen. Ze houden bijvoorbeeld nog steeds van hun vader, ondanks wat hij hen aangedaan heeft. Het is vaak niet zo zwart-wit als je denkt.’
Wat is normaal?
De deelnemers oefenen met rollenspellen te praten over seksualiteit. Het vinden van de juiste woorden vinden veel pleegouders in de praktijk lastig. Astrid: ‘Maar op het moment dat het kind het misbruik ter sprake brengt, moet je er zijn. Het helpt als je dan geoefend hebt.’
Omdat niet ieder kind zo expliciet over het misbruik praat als Joanna, leren cursisten ook de signalen van mogelijk misbruik herkennen, zoals bepaald seksueel grensoverschrijdend gedrag. Astrid: ‘Meisjes gaan bijvoorbeeld ‘rijden’ als ze bij een man op schoot zitten. Of ze gebruiken woorden die niet bij hun leeftijd passen.’
Om die signalen goed te kunnen interpreteren, moet je als pleegouder weten hoe een gezonde seksuele ontwikkeling verloopt. Cursisten leren gedrag van hun pleegkind te beoordelen aan de hand van zes criteria. Zo check je of bepaald gedrag grensoverschrijdend is, in welke mate en hoe hierop te reageren.
Edith: ‘Hier heb ik echt heel veel aan gehad. Vooral gedrag van oudere kinderen leerde ik beter beoordelen. Bijvoorbeeld dat het voor sommige jongens en meisjes vanaf een bepaalde leeftijd normaal is zichzelf bloot te laten zien via social media.’ Edith adviseert alle pleegouders de training te volgen. ‘Op een dag krijg je met dit onderwerp te maken. En dan kun je maar beter goed voorbereid zijn.’
Vanwege privacy zijn de namen van Edith en Joanna gefingeerd.
Commissie Samson
De training Seksualiteit is een van de maatregelen die Spirit heeft genomen naar aanleiding van het rapport ‘Omringd door zorg, toch niet veilig’ van de commissie Samson, een rapport over seksueel misbruik van uit huis geplaatste kinderen. ‘Het taboe op seksualiteit en de handelingsverlegenheid van de professionals heeft mij verbaasd’, is een van de belangrijkste uitspraken van Rieke Samson. De training Seksualiteit voor pleegouders poogt het taboe en de handelingsverlegenheid van pleegouders te verminderen. De training is ontwikkeld door Qpido, seksespecifiek expertisecentrum van Spirit.