Chanyn (32) is pleegmoeder van haar halfzusje Norali (2), omdat haar vader en Norali’s moeder vanwege hun verslaving niet voor Norali kunnen zorgen. ‘Ik wil voor Norali een leven zonder vraagtekens creëren.’

‘Ik wist de eerste maanden niet van het bestaan van Norali af. Ze is het dochtertje van mijn vader. Hij is verslaafd. Ik ben niet met mijn vader opgegroeid. Ik zag hem bijvoorbeeld op verjaardagen bij familie. Maar soms ook een hele tijd niet. Ik had dus niet echt een band met mijn vader, totdat ik een paar jaar geleden samen met mijn zus hem intensief heb ondersteund om clean te worden. We zijn een heel traject ingegaan en het lukte hem om zes maanden clean te blijven. Helaas kreeg hij een terugval. Maar sinds die tijd hebben we een persoonlijke band met hem en spreken we elkaar eens in de twee, drie maanden.

Toen we op een middag weer eens samen met mijn vader zaten te lunchen, vertelde hij heel voorzichtig: ‘…een vriendin van mij heeft een kind gekregen en ze zegt dat het van mij is.’ Hij was duidelijk bang dat we dit af zouden keuren. Maar wij reageerden met: ‘Wauw, wat spannend, wat leuk!’ We hebben vroeger altijd gedacht dat we er nog wel eens een halfbroertje of halfzusje bij zouden krijgen. ‘Alleen nu hadden we het niet meer verwacht’, zeiden we lachend. Mijn vaders vriendin Fay bleek ook verslaafd en we hoorden dat het kindje in een pleeggezin was geplaatst.

Nooit negatief
Ik ben zelf opgegroeid met veel vragen, vooral over mijn vader. Wat is er met hem aan de hand? Waarom woont hij niet bij ons? Als ik hem lange tijd niet zag, dan pakte ik een fotoboek om te zien hoe hij er ook alweer uitzag. En als kinderen op school over hun vader praatten, dan verzon ik dat hij piloot was. Toen ik vijftien was, kwam ik erachter dat hij verslaafd was. Gelukkig heb ik een hele fijne moeder, die er altijd voor de volle honderd procent voor me was en nog steeds is. En uiteindelijk kreeg ik vanaf mijn zesde ook een leuke stiefvader. Daardoor heb ik een hele fijne jeugd gehad. Wat daaraan bijdroeg, was dat mijn moeder werkelijk nooit negatief over mijn vader sprak. Dat is heel belangrijk geweest.

Superhero
Toen ik hoorde van Norali’s bestaan, wist ik meteen dat ik voor haar wilde zorgen. Ze heeft – net als ik – een verslaafde vader, ze heeft zelfs twee verslaafde ouders. Ik wil haar duidelijk maken: je komt niet uit een drugsgezin, dit is niet je identiteit. Ik wil dat ze weet dat ze meer is dan geboren uit verslaving, en dat kan ze bij mij en de rest van de familie ervaren.

Bovendien vind ik het belangrijk dat Norali iemand heeft die onvoorwaardelijk voor haar klaar staat, net zoals ik mijn moeder en stiefvader had. Mijn moeder was mijn ‘superhero’ en ik wist dat ik dat voor Norali kon zijn. Daar wilde ik voor strijden. En als dat niet kon, dan wilde ik dat ze bij haar moeder Fay zou blijven, en dat ik haar tweede belangrijke persoon zou zijn.

Dat lukte: toen Norali vier maanden was, ging ze bij Fay  wonen in een opvanghuis in Den Haag en reed ik twee keer per week vanuit Amsterdam naar Den Haag om tijd met Norali door te brengen. We gingen samen naar het strand van Scheveningen en wandelden op de pier. Toen Norali een half jaar was mocht ze af en toe een nachtje bij me slapen. Ik hechtte me aan Norali en ik ontwikkelde ook een goede band met Fay: ze bleek een lieve vrouw die vanwege haar verslaving helaas niet voor haar kind kon zorgen.

Na een paar maanden kreeg Fay een terugval, en even was er sprake van dat Norali terug zou gaan naar het pleeggezin waar zij de eerste vier maanden gewoond had. Dat was een ontzettend fijn gezin, met leuke, lieve mensen. Norali heeft daar veel liefde en aandacht gekregen. Maar ik dacht: wat gaat haar perspectief dan worden? Hoe goed het gezin ook is, ik bood de kans om haar bij haar familie op te laten groeien. Ik was ervan overtuigd dat ik haar veel moois kon bieden. Ik verdien genoeg om haar te onderhouden en samen leuke dingen te doen. Ik heb een goedlopend eigen bedrijf in natuurlijke cosmetica en ik ben mijn hele leven al dol op kinderen. Dat ik nu voor mijn halfzusje kon gaan zorgen was toch het mooiste dat er is?

Stressvolle tijd
Uiteindelijk mocht ik – eerst onder voorbehoud – voor Norali zorgen, om te kijken hoe het zou gaan. Dat was een onzekere en stressvolle tijd. Er volgden heftige gesprekken met het pleeggezin. Ik begrijp dat nu goed. Het laat vooral zien hoeveel de pleegouders voor Norali hebben betekend. Uiteindelijk is tijdens een groot beraad met Fay, de pleegouders, Spirit, Jeugdbescherming en twee specialisten op het gebied van hechting besloten dat ze bij mij zou gaan wonen. Dat is nu anderhalf jaar geleden.

Mijn vader komt eens in de maand langs. Hij is stabiel in zijn verslaving en Norali is dol op hem. Fay komt bijna iedere week. We hebben een hele goede band samen. Dat komt omdat we allebei altijd het belang van Norali voorop hebben staan. Ik vind het heel belangrijk dat Norali haar moeder kent. Ik stuur vaak foto’s en we videobellen veel. Soms komt Fay haar afspraken niet na, maar ook dan is ze daarna toch welkom. Ik wil niet dat ze vervreemden van elkaar. Als je de blik op Noralis’ gezicht ziet als ze haar moeder ziet, dan begrijp je waarom.

Stralen van plezier
Onlangs hebben we met de voormalige pleegmoeder en pleegbroer afgesproken. Vooraf heb ik samen met Norali het fotoalbum uit die tijd bekeken. Ook al is ze pas twee, ik ben gewoon gaan vertellen en aanwijzen. Toen Norali haar voormalige pleegmoeder en pleegbroer zag, straalde ze plezier uit. Ze was meteen beste vriendjes met haar voormalige pleegbroer, terwijl ze normaal heel verlegen is. Dat was erg bijzonder om te zien. Het lijkt me fijn als ze elkaar blijven zien. Dat ik niet hoeft te zeggen: de eerste vier maanden bleef je bij een pleeggezin, maar dat ik kan zeggen: ‘je bleef bij hen.’ En dat ze hen – en iedereen om haar heen – altijd vragen kan blijven stellen, en open en eerlijke antwoorden krijgt. Zodat ze een leven met zo min mogelijk vraagtekens krijgt.’

Vanwege privacy zijn de namen Fay en Norali gefingeerd.

Dit verhaal schreef ik in opdracht van Spirit Jeugd & Opvoedhulp, voor het tijdschrift Binding, blad voor pleegouders.