Lily Monori van Dijken (42) is dichter, schrijver en ambassadeur van de Week van de Pleegzorg. Ze groeide op in een pleeggezin. In november 2021 verscheen haar autobiografie ‘Het verborgen meisje’, waarin ze de zoektocht naar haar geschiedenis beschrijft. Het levert een openhartig boek met soms pijnlijke passages op over verwaarlozing, hulpverlening en de gevolgen van een onveilige vroege jeugd. ‘Er zijn veel kinderen die denken ‘ik hou mijn rugzak dicht’, ook op latere leeftijd. Maar je hoeft het niet met je mee te zeulen.’
Lily’s moeder is zestien als ze zwanger wordt van Lily. Ze brengt Lily naar haar opa en oma in Suriname en gaat zelf terug naar Nederland. Vier jaar later wordt Lily’s oma ziek en gaat Lily weer naar haar moeder in Nederland. Dat gaat niet goed: Lily wordt verwaarloosd en in een pleeggezin geplaatst. Daar heeft zij een onbezorgde jeugd.
Maar als ze halverwege de dertig is, en een neef contact met haar zoekt, komen flarden herinneringen en angsten uit haar jeugd terug. Ze voelt zich onzeker en vraagt zich af of ze wel ‘normaal is.
Ze wil naar Suriname, haar opa opzoeken om hem te laten zien wat voor een sterkte vrouw ze is geworden, en dat het het goed met haar gaat. Maar hij blijkt al lang geleden overleden te zijn, net als haar oma. Er komen steeds meer vragen op die ze hen niet meer kan stellen.
Wie ben ik en wat heb ik als jong kind meegemaakt? Ze besluit de deur naar het verleden te openen. Haar zoektocht en levensverhaal beschrijft ze in haar boek ‘Het verborgen meisje’.
Je pleegouders gaven je een doos met verslagen van hulpverleners en brieven uit de tijd dat je bij hen woonde. Hoe was het om die te lezen?
‘Heel heftig. Ik raakte eerst alleen nog maar dieper weg. Maar het hoorde ook bij mijn zoektocht om alles op te kunnen schrijven.’
Naar aanleiding van een van de dossiers besluit je de psycholoog op te zoeken die toen je negen was over je schreef dat je ‘een borderliner bent, van het theatrale type’. Waarom deed je dat?
‘Ik begon aan mezelf te twijfelen toen ik dat las. Ben ik een borderliner? Komen daar mijn emoties en angsten vandaan? Ik moest die confrontatie aangaan, anders kon ik niet verder. Ik benaderde hem via mail, hij was al met pensioen. Hij had zich goed voorbereid en mijn dossiers opnieuw gelezen. We praatten anderhalf uur. Hij zei dat het destijds een ‘hip’ woord was. En dat kinderen van negen die diagnose überhaupt niet kunnen krijgen. Maar die taal kwam op mij heel hard over. Door er met hem over te praten, is die twijfel uit de wereld geholpen. Als je dat dus niet doet, dan blijf je ermee zitten. Je moet uitdagingen aangaan. Als je ergens mee zit, praat erover. Ook al doet het pijn, daarna kun je verder.’
Je pleegouders trokken zich niet veel aan van wat hulpverleners over jou zeiden. Bijvoorbeeld dat je waarschijnlijk een moeilijke puber zou worden. Ze zeiden ‘de puberteit, dat zien we dan wel’.
‘Hun nuchterheid is kenmerkend, en heel waardevol. Zo ben ik opgevoed en zo sta ik in het leven. Niet alles klakkeloos volgen. Zelf ontdekken wie je pleegkind is en hoe je de zorg en opvoeding aanpakt. Niet te beschermend zijn, laat het pleegkind zelf de wereld ontdekken. Ik was vanaf het eerste moment hun kind, en zo heb ik dat altijd gevoeld. Mijn pleegouders gingen niet krampachtig met de situatie om. Ook met bijvoorbeeld of je papa of mama mag zeggen. Sommige mensen zeggen: het kind heeft nog een eigen vader of moeder, dat kan pijn doen. Maar als een kind tegen een pleegmoeder ‘mama’ wil zeggen, laat het dat doen. Het zijn vaak de volwassenen die er een punt van maken. Volg het kind.’
Door verslagen over jezelf als kind te lezen, kom je erachter hoe de periode bij je moeder verliep. Je schrijft pijnlijk eerlijk over de manier waarop zij met je omging.
‘Het was heftig om daar naar terug te gaan en het op te schrijven, maar zo was de situatie. Het is thuis gewoon niet altijd goed voor een kind. Waarom zou ik dat niet op moeten schrijven? Ik heb het nu een plek gegeven. Het is haar pad geweest. Ik ben ook niet boos. Aan de ene kant is het niet goed dat het zo is gelopen, maar het heeft me wel gemaakt tot wie ik nu ben. En daar ben ik trots op.’
Zijn er delen in het boek waar je over getwijfeld hebt om ze op te schrijven?
‘Zeker. Bijvoorbeeld over het conflict dat ik met mijn leidinggevende had. Toch heb ik het laten staan. Het laat zien dat er op die momenten een pijn naar boven komt die me terugbrengt naar dat kleine meisje, naar het gevoel dat je niet gewenst bent. Dat is wat er op latere leeftijd met pleegkinderen gebeurd als ze niet op hun plek zitten, als ze in situaties komen waarin ze zich niet veilig voelen. En dat kan ook op je werk zijn.’
Wat heeft het onderzoeken van je verleden en het schrijven van je boek je gebracht?
‘Ik dacht: als ik het boek ga schrijven, dan ga ik helen. Dat is niet gebeurd. Maar ik ben wel een gelukkiger mens geworden. Ik voel me zekerder in mijn leven. Eerder had ik het gevoel ‘niks lukt’, ik heb bergen stenen op mijn rug. Ik heb periodes gehad dat ik niet langs terrasjes durfde te lopen, want dan dacht ik ‘mensen weten alles van mij’, wat natuurlijk niet zo is. Als ik nu op straat loop dan lachen mensen naar me en maken een praatje met me. Ik straal blijkbaar wat anders uit. Ik heb een andere vibe om me heen. Ik denk dat ik die zware jas heb afgegooid.’
Wat wil je met het boek bereiken?
‘Ik wil het pleegkind een stem geven. Er is al veel geschreven over pleegouders, hoe het is om pleegouder te zijn. Maar dit is het verhaal van een pleegkind. Ik heb het leven voor mezelf zwaar gemaakt, omdat ik dacht: ik mag er niet zijn. Het woord pleegkind gebruikte ik niet. Je hoeft het natuurlijk ook niet continu te gebruiken, maar voor mij was het pijnlijk om het te zeggen, het opende een deur naar het verleden waar ik het niet over wilde hebben. Of ik was bang dat mensen zouden zeggen ‘oh, dat is een pleegkind, zielig zeg’. Dat ben ik helemaal niet, ik ben Lily. Uit angst voor reacties hield ik die deur dicht. Er zijn veel kinderen die denken ‘ik hou mijn rugzak dicht’, ook op latere leeftijd. Maar je hoeft het niet met je mee te zeulen. Vertel het, of schrijf het op.’
Het boek ‘Het verborgen meisje’ is te bestellen via www.lilymonori.nl.
Foto: Leonard Walpot.
Dit interview verscheen in Thuismakers, blad voor pleegouders van Levvel.